Literatuur
- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 20014e druk/1e druk: 1953 [643 blz. ISBN 90.74310.77.X]. Hierin "Gewelfrib": blz. 188
- Korevaar, A., & A. Bijls & M. Gout & L. Stijnen, Bouwkundige Encyclopedie. Eerste deel: A - K. Amsterdam, Brussel (Elsevier), 1954. [679 blz. ISBN -]. Hierin "Gewelfrib": blz. 491-492
- Zwiers, L., Bouwkundig Woordenboek. Eerste deel: A-K. Amsterdam (Van Holkema & Warendorf), z.j. [1920]. [685 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 441 (bij het 'kruisgewelf': "De gewelfvlakken of schilden (Gewelfschilden) snijden elkaar volgens scherpe kanten of graten. Worden deze ondersteund, dan ontstaat de Graatboog (fig. 3), die, wanneer hij tusschen de gewelfschilden geconstrueerd is en evenzeer aan de onderzijde doorhangt, Gewelfrib (fig. 4) genoemd wordt.")
- Ozinga, M.D., Mythe en ratio in de verklaring der middeleeuwse architectuurgeschiedenis. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleraar in de geschiedenis van de bouwkunst aan de Rijksuniversiteit te Utrecht op Maandag 15 November 1948. Utrecht (Kemink), 1948. [38 blz. ISBN -]. Hierin o.a. blz. 23-26 [waar de dragende functie van de gotische gewelfribben gerelativeerd, zo niet ontkend wordt]
engels
- Pevsner's Architectural Glossary. New Haven & London (Yale University Press), 2016 2e druk/(1e druk: 2010). [144 blz. ISBN 978.0.300.22368.2]. Hierin blz. 101-102 ("Rib-vault", waarbij de verschillende ribben benoemd worden).
- Ware, Dora & Betty Beatty, A short Dictionary of Architecture. London (George Allen & Unwin Ltd), 1953 3e druk/(1e druk: 1944). [138 blz. ISBN -]. Hierin blz. 101 ("Rib").
duits
- Koepf, Hans, Bildwörterbuch der Architektur. Deel in de serie 'Kröners Tachenausgabe', nr 194. Stuttgart (Kröner), 1985 ongewijzigde herdruk van 2e druk uit 1974/1e druk 1968. [451 blz. ISBN 3.520.19402.3]. Hierin: blz. 316-317 ("Rippe, Ogive")
- Naturstein-Lexikon. Für Handwerk und Industrie. Werkstoff, Werkzeuge und Maschinen, Wirtschaft und Handel, Gestaltung und Techniken von der Antike bis heute. Redactie: Günther Mehling. München (Callwey), 1993 4e druk/1e druk 1981. [668 blz. ISBN 3.7667.1054.0]. Hierin: blz. 454 ("Rippen")
frans
- Vigan, Jean de, Le petit Dicobat. Dictionnaire général du bâtiment. Ris-Orangis (Arcature), 1994. [957 blz. ISBN 2.9504805.2.7]. Hierin: blz. 587 ("Nervure de voûte")
- Noël, Pierre, Technologie de la pierre de taille. Dictionnaire des termes couramment employés dans léxtraction, lémploi et la conservation de la pierre de taille. Paris (SEBTP), 1994 2e druk/1e druk 1965. [375 blz. ISBN 2.903.248.65.6]. Hierin: blz. 248 ("Nervure")
- Pérouse de Monclos, Jean-Marie, Architecture, Vocabulaire. Deel in de serie Ínventaire général des monuments et des richesses artistiques de la France. Principes d'analyse scientifique'. Paris (Imprimerie Nationale), 1993. [622 blz. ISBN 2.11.080962.2]. Het boek heeft diverse nummeringen, o.a. per kolom. Hierna worden uitsluitend pagina's opgegeven. Hierin: blz. 280 ("Nervure"), 304-313
italiaans
- D + Arte. Dizionario dei termini e cronologia dell' arte universale. Milano (Vallardi), 1999cop. [622 blz. ISBN 88.8211.366.3]. Hierin "Nervature": blz. 193-194.